VoetbalJournaal Barendrecht, najaar 2023

19 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Op zoek naar een baan die bij je past? Isabel Egberts laat Bolnes-talent zichzelf ontdekken Bolnes timmert hard aan de weg bij de jeugd en Isabel Egberts draagt daar een belangrijk steentje aan bij als coördinator van de onder tien en jonger. “We moeten kinderen vooral niet in een keurslijf stoppen.” “Je moet weg, anders ben je te laat bij Charlois”, zegt Marcel Egberts tegen zijn echtgenoot in de catacomben van het Bolnes-clubgebouw. De zaterdagen van het echtpaar staan volledig in het teken van voetbal en Bolnes. “Marcel is coordinator van de onder 11, onder 12 en 13. Onze twee zoons voetballen hier en wij zijn allebei van het aanpakken. We vinden het belangrijk dat de jeugd lekker kan voetballen”, zegt Egberts, die deze zaterdag het nog relatief rustig heeft. Eerder op de ochtend is de onder negen afgelast. “Ik ben coach van twee teams”, legt Egberts uit. “De vorige trainer is gestopt, dus heb ik dat team ook onder mijn hoede genomen. Ideaal is het niet, maar het is lastig om aan vrijwilligers te komen.” Dat Bolnes moeite heeft om alle teams van eigen trainers en coaches te voorzien is niet zo gek, want de Ridderkerkse club maakt bij de jeugd een stevige groei door. Inmiddels telt de jeugdtak acht teams, exclusief de Champions League waar de allerjongsten wekelijks kunnen excelleren. “De mensen van de club hebben dat geweldig gedaan. Er was hier geen jeugd meer en dat is niet goed voor een club”, meent Egberts. “José Sparreboom heeft een belangrijke rol gespeeld. Dat we in korte tijd dit aantal teams hebben is wel iets om trots op te zijn.” Met Egberts mag Bolnes de handjes dichtknijpen. De 43-jarige Ridderkerkse brengt naast enthousiasme ook voetbalkennis- en ervaring mee. Egberts speelde, voordat ze haar Rotterdamse man kende, als voetbalster van MSV Duisburg. “Regionalliga, dat is het derde niveau in Duitsland na de eerste en tweede Bundesliga.” Ze had het voetbaltalent niet van een vreemde, want haar vader was profvoetballer bij onder meer Schalke 04. “Ik ben opgegroeid net over de grens bij Enschede, niet ver van Münster”, vervolgt ze. “Mijn man heb ik ontmoet bij hazewindhondraces. Via hem ben ik in Ridderkerk terechtgekomen. De taal? Ik heb Nederlands altijd al goed kunnen verstaan, maar spreken en schrijven is weer wat anders. Nederlands is best ingewikkeld. Als ik een berichtje stuur in de trainersapp moeten de trainer soms wel lachen over een mengelmoesje van Duits en Nederland. Ik zeg dan altijd maar: als je me begrijpt is het goed.” Voor Egberts staat voorop dat alle kinderen bij Bolnes plezier hebben. “Zeker bij de jongste leeftijden is het belangrijk om ze lekker te laten voetballen. Op deze leeftijd heeft het geen zin om ze met een opdracht het veld in te sturen. Kinderen moet je vooral zelf laten ontdekken waarin ze goed zijn. De verdediger van nu kan misschien later wel een goede aanvaller worden of andersom. Laat ze lekker dribbelen en met de bal acties maken”, meent ze. Ze deelt ook een breed gedragen ergernis: het gebrek aan een kunstgrasveld bij Bolnes. “Ik hoop dat de gemeente ons een keer de hand wil toesteken, want de huidige situatie is uiterst vervelend. We hebben een erg natte periode achter de rug. De velden lagen er om de haverklap uit. Geen wedstrijden, maar regelmatig ook geen trainingen. Voor die kinderen is dat drama.” WCR hoopt dit seizoen de stap te maken naar de derde klasse. Na het vastleggen van trainer Ferry Seton volgde een kwaliteitsinjectie die goed uitpakt, want de club uit Rhoon heeft zich in de eerste competitiehelft bij de top van de vierde klasse gespeeld. Seton smeedt WCR-kampioensteam Seton (47) drentelt een kleine twee uur voor de met 2-1 gewonnen confrontatie met SC Botlek ietwat nerveus rond in de kleedkamer. De gele shirts en blauwe broeken voor zijn spelers hangen al netjes klaar en op tafel liggen de warming-up shirts. Als Seton langs het tactiekbord loopt, moet hij zichzelf bedwingen. “Ik ben gek van voetbal. Altijd geweest.” Hij zou maar wat graag een kijkje willen nemen bij de trainer van het Feyenoord bij Arne Slot, bekent hij. Zelf droeg Seton jarenlang het iconische shirt van de stadionclub. De jonge Seton was destijds het grootste talent in de Feyenoord-opleiding. “Ik moest Rob Witschge opvolgen.” Feyenoord had in die tijd echter weinig oog voor ontluikend talent, waardoor Seton niet doorbrak in De Kuip. Hij beleefde buitenlandse avonturen bij Levante in de Spaanse Segunda B en Beerschot in België. Zijn meeste wedstrijden speelde hij echter op de amateurvelden namens Zwart-Wit’28, Strijen en Neptunus. “Ik hoef niemand te vertellen dat er bij Zwart-Wit’28 in die tijd goed werd verdiend.” Na zijn actieve carrière was hij trainer van onder meer Zyuderpark, Maasstad Tediro en BZC/Zuiderpark. Afgelopen zomer stapte hij over van het tweede elftal van Smitshoek naar WCR. “Ik heb het prima naar mijn zin gehad bij Smitshoek, maar ik wilde weer een eerste elftal trainen”, zegt hij daarover. “WCR is een club met ambities maar die ook de tijd neemt om die ambities te verwezenlijken. Er is totaal geen druk vanuit het bestuur om kampioen te worden en te promoveren.” WCR wil, zo geeft bestuurslid technische zaken Ruud Boessen aan, graag als een platform zijn waar jonge spelers, die nog niet meteen klaar zijn voor het grote werk op een hoger niveau, zich kunnen ontwikkelen en manifesteren. Vanuit dat licht moet volgens Seton ook de kwaliteitsinjectie worden gezien die er door de komst van een zevental spelers van Smitshoek 2 is gekomen. “De jongens wilden weg bij Smitshoek en in een eerste elftal spelen. Ik heb gezegd dat ze welkom zijn. Dat is wat anders dan dat ik ze geronseld zou hebben.” De komst van de jonge Smitshoek-talenten heeft er in ieder geval voor gezorgd dat Seton een brede keuze heeft. “We hebben een mooie balans in het elftal. Met jeugd, maar ook met wat spelers met ervaring.” Seton noemt de namen van Diego Watson, Wilson van ’t Klooster en Darragh Zondervan, spelers die al dik in de dertig zijn. “Ik weet zelf uit ervaring dat je oudere spelers wat meer ruimte en vrijheid moet geven. Ze zijn alle drie van grote waarde voor ons en ja, dan doen ze maar twee sprintjes minder op de training.” Hij moet een team ‘managen’ dat straks, als het even kan, met de kampioensschaal van de vierde klasse in handen staat. “WCR heeft op zondag op een zeer respectabel niveau gespeeld. Vaak tweede klasse, maar ook nog eerste klasse. Het zou mooi zijn als de club ook op zaterdag geschiedenis gaat schrijven.” Seton realiseert zich dat het niet makkelijk wordt om te promoveren. “Er zitten vier, vijf goede ploegen in deze vierde klasse en die kunnen allemaal kampioen worden. ’s-Gravendeel is een kanshebber, Zinkwegse Boys en Botlek ook. Wij kunnen daar zelf veel voelbalkwaliteit tegenover zetten. Aanpassen aan de tegenstander doe ik niet zo snel. Bij mij is het 4-3-3-systeem heilig.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=