VoetbalJournaal Altena, najaar 2024

25 Dé tweewielerspecialist in uw regio! Grote Kerkstraat 22a 4261 BD Wijk en Aalburg SHOP NOW Hij zal het zich vooraf ongetwijfeld heel anders voor hebben gesteld. Na twee keer eerder al in gesprek te zijn geweest met de club, kwam het er afgelopen zomer dan toch echt van: een samenwerking tussen Gerrit Molenaar en Sleeuwijk. Maar met een hoop blessures, moet de derdeklasser voorlopig vooral realistisch zijn. “We moeten ons niet groter voordoen dan dat we zijn.” Blij met de kans, staat Pascal Smits bij derdeklasser Woudrichem dit seizoen voor het eerst als hoofdtrainer op eigen benen. En dat notabene, bij een club die hij stiekem al best wel goed kende. “Ik wist dat het een mooie vereniging was!” Sleeuwijk maakt een pas op de plaats Pascal Smits: ‘Ik ben trots om trainer van Woudrichem te zijn’ Open en eerlijk, benoemt Molenaar (61) de situatie zoals hij is. “Het bevalt hartstikke goed, alleen staan er meer jongens aan de kant, dan op het veld.” Met langdurige blessures dus. “Zes of zeven spelers hebben nog geen minuut kunnen maken. Dat is lastig. En maakt het minder leuk. Zoiets moet je een plaatsje zien te geven voor jezelf.” In een gedevalueerde tweede klasse, zoals de inwoner van Hank de derde klasse noemt. “We hebben een jonge groep, met een paar ouderen die de kar moeten trekken. Maar dat is niet reëel.” Al had de trainer daar stiekem misschien wel iets meer van verwacht. “Die gasten hebben het voorlopig gewoon moeilijk in deze afdeling.” BIJSTELLEN Die afdeling is nu dus de derde klasse, nadat Sleeuwijk afgelopen seizoen als hekkensluiter degradeerde naar een niveautje lager. Maar voor wie denkt dat de club zo snel mogelijk terug gaat promoveren, heeft het mis. “De start is moeizaam en dat zal voorlopig nog wel zo blijven.” Voornamelijk door het ontbreken van een aantal belangrijke krachten, dus. “We moeten nu rustig blijven en straks de punten zien te pakken.” Want met het vertrouwen, zit het ook bij Molenaar nog altijd wel goed. “Doordeweeks is het trainingsniveau prima, mede door de samenwerking met Robert Verduin, mijn assistent. Die is fantastisch! Alleen op zaterdag is de weerbaarheid een stukje anders, dat blijkt toch pittig voor deze groep.” De doelstelling, heeft Molenaar dan ook al bij moeten stellen. “We gingen eerst voor het linkerrijtje, maar de eerste zes of zeven plekken zijn nu eigenlijk al vergeven.” En daarnaast, is de voormalig trainer van onder meer GDC, ook heel realistisch. “Met dit materiaal horen we ook niet in het linkerrijtje.” Een hard gelag na de eerdere degradatie, weet ook hij. “De ontwikkeling van die jonge gasten staat voorop. En die doen het hartstikke goed! Alleen lopen ze soms tegen een muur of een tegenstander op.” Uitzicht op een snelle verbetering, hebben ze bij Sleeuwijk voorlopig niet. “Als alles meezit, komen er pas in februari weer mensen terug. Het perspectief is er nu dus nog even niet.” Motivatie gelukkig wel. “Dat is bij deze groep echt uitstekend! Daarom is het trainingsniveau ook gewoon heel hoog. Ik ga er iedere dag nog altijd met plezier naartoe.” UITDAGING De opgave is voor Molenaar, inmiddels al meer dan 40 jaar actief in het trainersvak, desondanks niet minder groot. “Qua perspectief, is dit mijn grootste uitdaging tot nu toe. Maar werken met jonge gasten en eigen jongens, past bij mij. Daarom wilde ik graag naar Sleeuwijk.” Heeft hij daar, na twee eerdere kansen, nu spijt van? “Ja en nee. Als ik dit van tevoren had geweten, deze kaalslag van de selectie... Aan de andere kant, krijgen we daardoor de kans om een extra stap met de jeugd te zetten.” Toch weet ook hij als geen ander, dat het opnieuw een heel lastig seizoen gaat worden. “Die verantwoordelijkheid, kun je niet bij de jeugd leggen. Dus maakt Sleeuwijk een pas op de plaats. Dat is het. Heel open en reëel. We moeten ons niet groter voordoen dan we zijn.” Desondanks, gaat de beroepsmilitair met zijn nieuwe club volle bak voor handhaving. “Dan moet je soms wat behoudender gaan spelen. Op het moment dat we veel ruimte weggeven, krijgen we het moeilijk. Maar als je kijkt naar de stappen die we al gezet hebben, dan gaan we het redden met deze groep. Daar zijn we nu volop mee bezig!” Want na een eerdere periode als trainer van de JO17, had de 33-jarige Smits al een idee wat hij van Woudrichem kon verwachten. “Het voetbal leeft hier. Dat is natuurlijk ontzettend leuk.” En ook de spelersgroep, kan op zijn goedkeuring rekenen. “Het is een mooie groep, met een goede mix van jong en oud. Dat was voor mij de belangrijkste reden om hier trainer van het eerste te worden.” En dat is anders dan het trainen van een tweede elftal, zoals hij tot afgelopen seizoen bij GRC 14 deed. “Puur de beleving eromheen. Je staat in contact met kranten en ook in de kantine wil je alle supporters de aandacht geven die ze verdienen.” ONTWIKKELEN Als trainer dus en niet meer als speler. “Ik ben begonnen bij Giessen, dat is later GRC 14 geworden.” Een hardnekkige enkelblessure en een volle agenda, noopten Smits tot het vroegtijdig maken van een keuze. “Op mijn zestiende was ik al jeugdtrainer bij de F’jes, tot ik met mijn tijden van zelf voetballen en training geven in de knoei kwam.” Via de jeugd van Woudrichem en dus het tweede van GRC 14, kwam Smits afgelopen zomer op bekend terrein terecht. “Het was tijd om weer eens in een andere keuken te kijken.” Een sollicitatie en een aantal goede gesprekken later, was het beklonken. Blij en trots, denkt Smits toch nog wel eens terug aan zijn eigen tijd binnen de lijnen. “Ik was 26 toen ik stopte. Voetbal is een prachtig spelletje, dan doet het pijn als je moet stoppen. Dat was best wel lastig.” Gelukkig kreeg hij met het trainersvak, daar snel een nieuwe passie voor terug. “Eigenlijk is dat altijd al wel een ambitie van mij geweest. Helemaal toen ik ook nog de pabo ging doen.” Inmiddels werkzaam op een basisschool, doet Smits dus hele dagen eigenlijk niet anders. “Het is allebei het ontwikkelen van mensen. In dit geval zijn het mannen op voetbalgebied. Als team en individu.” Dat laatste, blijft voor de jonge oefenmeester dan ook het mooiste wat er is. “Met elkaar bezig zijn en een idee overbrengen, dat vind ik geweldig. Als je die dingen op zaterdag dan terugziet, is dat heel gaaf. Gewoon de invloed die je op zo’n groepsproces hebt.” Het voetbaldier doet dan ook niks liever. “Ik ben een trainer die oog probeert te hebben voor alle spelers. Ook dat groepje wat op de bank zit. Soms heel simpel door even in gesprek te gaan.” VOORDEEL En binnen het veld? “Het liefste speel ik aanvallend voetbal, met hoog druk en een verzorgde opbouw van achteruit. Alleen moet je natuurlijk wel kijken naar het materiaal en de mogelijkheden die je hebt.” Vooral in balbezit, kan Woudrichem volgens hem nog wel de nodige stappen zetten. “Maar veel van onze speelwijze, zie je al wel terug.” Mede door zijn manier van coachen, denkt hij. “Het is enerzijds een voordeel dat je jong bent, omdat je weet wat er leeft. Anderzijds moet je ervoor waken dat je trainer bent en geen speler. Dat is een kwestie van grenzen aangeven. Dat doe ik gevoelsmatig.” Wat zegt zijn gevoel over de start van het seizoen? “Vooraf wisten we dat we een zware start hadden, dus we mogen tevreden zijn!” Een plek in de middenmoot, is volgens Smits dan ook een realistisch doel. “Een toetje zou geweldig zijn, maar wel echt een bijkomstigheid.” Dat allemaal, in samenwerking met een goed functionerend tweede elftal. “Jongens die minder bij ons spelen, kunnen daar hun minuten maken en blijven zo toch fit. Ook houden ze hun ritme vast, waardoor we keuzes kunnen maken uit een volledige groep. Dat is ideaal!” Alle ingrediënten voor een succesvol seizoen zijn dus aanwezig, hoe ziet de UEFA B-trainer en inwoner van Rijswijk zijn eigen toekomst? “Ik ben blij met de kans en trots om trainer te zijn van Woudrichem. Voorlopig kijk ik nog niet verder. Eerst hier er samen iets moois van maken!” Foto: Bruis de Kock

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=