VoetbalJournaal Altena, voorjaar 2024

7 Dé tweewielerspecialist in uw regio! Grote Kerkstraat 22a 4261 BD Wijk en Aalburg Wilhelmina’26 precies op tijd bij de les Dat het in de voetbalwereld snel kan veranderen, weten ze bij tweedeklasser Wilhelmina’26 inmiddels wel. Want waar de ploeg leek af te stevenen op een onbezorgde plek in de middenmoot, moest het tot de laatste wedstrijd vechten voor een veilige plaats. Iets wat Siebe Quik ook niet helemaal aan zag komen. “In de winterstop dacht ik zelf aan het linkerrijtje.” Drie wedstrijden voor het einde, leek er eigenlijk niet zo heel veel aan de hand. Wilhelmina’26 stond op een keurige zevende plaats en leek de gestelde doelstelling ruimschoots te gaan behalen. Het werd vervolgens toch nog even spannend, maar lukte uiteindelijk dus wel. Dankzij een allesbepalende zege in het laatste duel. “Met directe handhaving, hebben we het niet slecht gedaan. Dat was ook eigenlijk altijd het idee al.” Al zag het er voor de winterstop dus rooskleuriger uit, vertelt de 22-jarige Quik. “Toen stonden we er nog beter voor. In de eerste seizoenshelft zat het ook wel een paar keer mee, dat we wonnen in de laatste minuut. Zo eerlijk moeten we ook zijn.” In het vervolg zat het een stuk minder mee. Mede dankzij een aantal blessures. “Zelf lag ik er ook drie maanden uit, met een verrekking aan de binnenband van mijn knie. Ik bleef haken bij een sliding.” BASISSPELER Inmiddels weer zo goed als fit, zag Quik het de laatste weken allemaal precies goed vallen. “We moesten nog tegen ploegen die onder ons stonden, maar het was naïef om te denken dat we al veilig waren. Verre van. Gelukkig hebben we ons rechtstreeks weten te handhaven.” Met het vertrouwen zat het bij Quik als die tijd sowieso wel goed, vertelt hij. “Ik vind dat we thuishoren in de tweede klasse. Als we een fitte selectie hebben, zijn we zeker goed genoeg.” Met hem er sinds dit seizoen eigenlijk voor het eerst ieder duel bij. “Vorig jaar stond ik een wedstrijdje of vier, vijf in de basis, daarna kwam ik op de bank. Nu ben ik echt basisspeler.” Die tijd had hij dan ook nodig, herinnert Quik. “Ik ging al vroeg naar de senioren, op mijn zestiende zat ik voor het eerst bij het eerste. Daarna vier jaar niet, dat was best lastig.” Na drie seizoenen bij het tweede, maakte de inwoner van Wijk en Aalburg, dus alsnog de overstap. “Vooral tactisch was het heel erg wennen, waar je precies moet lopen.” Heel gek is dat na achttien jaar Wilhelmina’26, dan ook eigenlijk niet. “In de jeugd speel je hier vaak toch wat minder hoog, is het meer recht toe, recht aan. Mannetje uitschakelen, dan heb je een goede wedstrijd gespeeld. Dat is nu wel anders.” INLEVEREN Gelukkig heeft hij het na al die jaren, nog altijd net zo goed naar zijn zin. “Het is een heel gezellige club, met veel supporters van alle leeftijden. Mensen die echt wat voor de club willen doen.” Inmiddels kent Quik dan ook zo’n beetje iedereen. “In al die tijd, heb ik hier enorm veel vrienden gemaakt.” Zowel binnen, als buiten het veld, lacht de rechtsback. “Ik ben een simpele voetballer. Van mij moet je geen technische hoogstandjes verwachten. Mannetje uitschakelen en de bal inleveren bij iemand die dat wel kan.” Een belangrijke eigenschap, zo realiseert hij. “Je moet weten wat je wel of niet kunt.” Al kan je daar natuurlijk altijd aan werken. “Soms zoek ik nog te vaak de niet-voetballende oplossing, ben ik een beetje onrustig aan de bal. Daar moet ik beter in worden.” Eventueel om ooit nog een transfer te kunnen maken. “Als dat echt een duidelijke stap omhoog is, zou ik misschien willen kijken, maar het is niet per se mijn ambitie. Op dit niveau, wil ik gewoon het liefste bij Wilhelmina’26 blijven!” Een groot voetbaltalent is hij nooit geweest, maar zijn liefde voor de club compenseert een hoop. En dus is Kees Bouman ondertussen al ruim 50 jaar lang lid van Wilhelmina’26. De supporter in hart en nieren weet voorlopig dan ook van geen ophouden. ‘Ik deed het altijd puur voor de fun’ Al begon zijn liefde voor de club én vooral de voetbal, pas op late leeftijd, begint Bouman (61) met vertellen. “Ik was twaalf of dertien, toen ik bij Wilhelmina’26 ging voetballen. Daarvoor ging ik altijd met mijn oudere broer mee naar de autocross.” Een groot talent, ging desondanks niet aan hem verloren. “Als voetballer speelde ik vooral in het vijfde, met name omdat er geen zesde was. Ik had geen talent, deed het altijd puur voor de fun.” SPEAKER En dus besloot Bouman op 22-jarige leeftijd al zijn voetbalschoenen aan de wilgen te hangen. Maar uiteraard, is hij daarna blijven hangen. “Wilhelmina’26 is een echte club. Ook vroeger, ging ik altijd al naar het eerste toe.” Dat laatste, doet de inwoner van Wijk en Aalburg nog steeds. Tegenwoordig als speaker. “De muziek verzorgen, doelpunten omroepen. Als we een mooie goal maken, start ik ‘Oh, wat is ‘ie mooi’ in.” Uitwedstrijden gaan hem tegenwoordig letterlijk en figuurlijk wat ver, toch is Bouman iedere zaterdag op de club te vinden. “Zo nu en dan ook om bardienst te draaien. In het verleden zat ik ook nog een tijdje in de sponsorcommissie.” Aan zijn fanatisme is in al die jaren weinig tot niks veranderd. En dus is hij heel blij met het lijfsbehoud van het eerste elftal. “Ik wilde heel graag in die tweede klasse blijven.” Want, zo realiseerde Bouman zich de voorbije weken ook. “Het is een heel sterke competitie én we hebben verschrikkelijk veel blessures gehad. Eigenlijk hebben we geen één keer een beetje geluk gehad.” Het maakt de vrijwilliger misschien nog wel extra trots. “Als we de komende jaren in die tweede klasse blijven, doen we het als Wilhelmina’26 eigenlijk al heel goed!” SIRENE Hij kan het weten. “Vroeger speelde je echt met elf jongens van het dorp, dat is nu wat minder. In die tijd was je soms ook echt teleurgesteld als jongens dan een stap naar een andere club maakten.” Toch doet dat aan al zijn mooie herinneringen gelukkig niks af. “Het mooiste, was toch wel het kampioenschap bij Oranje Wit. Bijna twintig jaar geleden. De laatste wedstrijd, we moesten winnen. Het werd 1-4!” Ook buiten het veld, liep de feestvreugde hoog op, weet Bouman nog wel. “Ik had een luchtalarm met sirene mee, maar bij aankomst stonden de politiebusjes al klaar. Die sirene mochten we niet gebruiken, want dan dachten ze in het bejaardentehuis dat er oorlog was. Maar we werden wel kampioen, haha!” Terug naar het heden, want ook de toekomst ziet Bouman rooskleurig in. “We hebben net een prachtige nieuwe tribune gebouwd, dat hebben maar weinig clubs in de regio. En ook de kantine, bestuurskamer en kleedkamers hebben een opknapbeurt gekregen. Ik hoop gewoon dat we lekker zo voort kunnen blijven gaan en dat we genoeg vrijwilligers kunnen blijven vinden!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=