VoetbalJournaal Altena, voorjaar 2024

Dé tweewielerspecialist in uw regio! Grote Kerkstraat 22a 4261 BD Wijk en Aalburg 21 Bambacht en Kruining zijn onafscheidelijk Ze komen allebei oorspronkelijk niet ‘van Dussense Boys’, maar voelen zich inmiddels meer dan thuis in het spreekwoordelijke rood met wit. Want als trainer en assistent van de JO19, zijn Danny Bambacht en Peter Kruining onafscheidelijk. “Het klikte meteen!” En dat terwijl ze toch allebei uit verschillende windrichtingen komen, begint Kruining (45) met vertellen. “Ik kom oorspronkelijk uit Rotterdam, maar ben drie jaar geleden voor een project in Dussen komen wonen. Toen ben ik hier fantastisch opgevangen, dat is ook één van de redenen dat ik verbonden blijf.” Begonnen als assistent van het eerste, inmiddels trainer van de JO19 en lid van de TC. Samen met Bambacht (27) dus. “Vrijwilligers zijn schaars en we hadden meteen een klik. We vullen elkaar aan. Danny staat toch wat dichter bij de groep, ik houd wat meer afstand en autoriteit. Dat is bij die pubers wel goed. Een bee tje ‘good cop, bad cop’.” COMMUNICEREN Ook voor Bambacht begon het avontuur bij Dussense Boys, zo’n drie jaar geleden. Dankzij zijn vriendin. “Die komt hier al heel haar leven, toen ben ik gaan voetballen in het tweede”, vertelt de inwoner van Den Bosch. “Daarna zocht Peter een assistent en sindsdien ben ik aan hem verbonden. Ik zit nu ook in de TC...” Volgend jaar gaan ze samen de JO17 doen, maar dus ook zorgen voor de invulling van de jeugdselecties. “Als er problemen zijn, stappen ze in principe naar ons toe. Het is belangrijk dat mensen weten waar ze terecht kunnen, dat ontbrak een beetje. Daarom is het ook goed om af en toe je gezicht te laten zien bij de jeugd, gewoon door even te gaan kijken.” Daarnaast is het vooral veel communiceren, legt Bambacht uit. “Met trainers of ouders.” Kruining geniet van die rol, merkt hij. “Vooral het werken voor een voetbalvereniging vind ik leuk. Jongeren enthousiasmeren.” Precies wat ze bij Dussense Boys volgens hem proberen te doen. “Het is een ontzettend warme club, iedereen is loyaal naar elkaar en er heerst een sociale sfeer. Niemand voelt zich beter dan een ander, dat spreekt me aan.” Zelfs zo erg. “Dat het me niet uitmaakt wat ik hier moet doen, ik ben daar waar ze me nodig hebben!” FAMILIE Voor Bambacht is het wat dat betreft precies hetzelfde verhaal. “Er wordt hier echt gewaardeerd wat je doet, ze vinden het niet zomaar normaal. Dat is misschien wel het grootste verschil tussen een dorpsclub en een stadsclub. Het voelt als familie, daardoor wordt er ook meer met je meegeleefd.” Helemaal als je net als het tweetal, toch wel regelmatig op de club bent. Kruining: “Drie of vier keer per week. En vaak op zondag nog wel even bij het eerste kijken.” Als het aan hem ligt, blijft hij dat voorlopig nog wel even zo doen. “Zolang ik tijd heb. Ik ben inmiddels aan de club én het dorp verwant.” Ook Bambacht, ziet het wel voor zich. “Ik ben bezig met mijn trainerspapieren, de pupillencursus, daarna wil ik graag door. In de toekomst zou ik trainer van het eerste willen worden, maar dan wel gratis. Zodat ze dat geld lekker in de jeugd kunnen stoppen.” Toch is Dussense Boys voor beide heren, inmiddels veel meer dan voetbal. “Je ziet mensen opgroeien, die connecties wil je houden!” Na een trainerscarrière van 47 jaar, vindt Wim Vos het na dit seizoen mooi geweest. En dus kijkt de trainer van Almkerk JO19 terug op een fraaie periode, afgesloten met een kampioenschap. “Spelers konden altijd bij me terecht, ook midden in de nacht.” ‘Spelers konden midden in de nacht bellen’ 0292871.pdf 1 5-12-2023 13:41:41 0292909.pdf 1 7-5-2024 17:04:26 En misschien is dat stiekem, wel een beetje de reden achter zijn besluit om te stoppen. “Na al die jaren is het mooi geweest, dan moeten we ook een beetje aan ons eigen denken.” Ons is in dit geval ook zijn vrouw, die zich de afgelopen 31 jaar inzette voor buurman GDC. “Ging ik op zaterdagmorgen de ene kant op, zij de andere. En ‘s middags zagen we elkaar weer.” Dat is straks dus verleden tijd. “Kunnen we op zaterdag een keer samen leuke dingen gaan doen.” NIEUWE PASSIE Al heeft Vos (65) natuurlijk ontzettend genoten, van al zijn jaren langs de lijn. “Maar ook de derde helft of een keer het licht uitdoen.” De voormalig trainer van onder meer Wilhelmina’26, Sparta’30, Achilles Veen en Woudrichem, deed het allemaal. “Vier keer heb ik een tweede elftal getraind, maar mijn passie ging toch meer uit naar de jeugd. Daar voelde ik mezelf meer op mijn gemak, ontwikkelen vind ik nu eenmaal geweldig.” Sinds twee jaar doet hij dat dus bij Almkerk, als trainer van de JO19. “Het leukste is dat ze écht willen en naar je luisteren. Dat leergierige.” Na alle leeftijden te hebben doorlopen, weet Vos als geen ander waar hij over praat. Al had het zomaar heel anders kunnen lopen. “Ik heb zelf altijd bij GDC gevoetbald, ook in het eerste, maar op mijn 24ste was het klaar. Knieproblemen.” Een lastig besluit, zo herinnert hij. “Het deed toen echt pijn om te moeten stoppen.” Heel veel keuze had de inwoner van Genderen echter niet. “Ze hebben bij het rechttrekken van mijn been, vanwege problemen aan mijn meniscus, het kraakbeen binnenin beschadigd. Vanaf toen stortte ik mezelf voor 120% op het trainen van de jeugd. Dat werd mijn nieuwe passie.” En als Vos zegt passie, bedoelt hij ook echt passie. “Spelers konden altijd bij me terecht. Bij Achilles Veen ben ik wel eens midden in de nacht gebeld. Je bent toch ook een soort ‘social worker’.” Nu misschien nog wel meer dan vroeger. “Tegenwoordig is een beetje het probleem dat ze tevreden zijn met een zesje.” NOOIT TEVREDEN Toch heeft Vos ontzettend genoten, ondanks het uitblijven van een rits aan prijzen, lacht hij. “Een beetje de Joop Zoetemelk van het voetbal, heel vaak tweede. Absoluut geen kampioenstrainer.” Gelukkig was dat voor hem ook nooit het belangrijkste. “Er zijn vaak wel veel jongens doorgebroken bij de selectie, daar ben ik trots op. Uiteindelijk doe je het daar toch voor.” Uitgerekend in zijn laatste seizoen als jeugdtrainer, was het met Almkerk JO19 wel raak. “Een kampioenschap is natuurlijk wel een mooie afsluiting van je carrière.” Een stukje waardering, al zat hem dat voor Vos vooral in de manier van spelen. “Ze vonden vaak dat ik een ‘te perfecte trainer’ was. Opbouwen van achteruit en verzorgd voetbal. Dan zeiden ze tegen mij: ‘Je bent nooit tevreden’. Maar ik vond juist dat anderen té snel tevreden waren.” Een huidige ontwikkeling, waar hij zich toch een beetje zorgen om maakt. “Je ziet dat het voetbalgogme en de motoriek, minder worden. Vroeger waren we altijd op straat bezig, nu zitten ze achter de computer. Dat is wel zorgwekkend.” Iets waar hij zich na de zomer niet meer druk om hoeft te maken, al gaat Vos het voetbal natuurlijk wel missen. “Maar ook de gezelligheid. Ik ben best wel een sociaal iemand, een flapuit en een prater.” Al voelt het ook wel weer lekker, moet hij eerlijk bekennen. “Even geen verplichtingen meer. Ik had de laatste tijd toch al wat meer moeite met het weer, koud en nat, nu kan ik lekker thuis met de benen omhoog bij de kachel zitten.” En meer tijd voor zijn gezin maken. “Gezellig samen fietsen met mijn vrouw op zaterdag, vissen met mijn drie jongens, klusjes doen en tuinieren.” En voetbal kijken? “Een klein beetje, maar niet te veel! Sport en training geven was altijd een soort afleiding, nu is het tijd om het iets rustiger aan te gaan doen.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=