VoetbalJournaal Altena, najaar 2023

19 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Dé tweewielerspecialist in uw regio! Grote Kerkstraat 22a 4261 BD Wijk en Aalburg Of ze bij vierdeklasser Be Ready tot nu toe tevreden zijn? Ik dacht het wel! En na een foutloze start van het seizoen, is dat ook niet zo gek. Toch loopt verdedigende middenvelder Jilles Verbeek nog niet meteen voorop in de polonaise. “Ons voetbal moet nog wel beter en soms ontbreekt het aan scherpte.” Met een vader als oud-voorzitter en een moeder die veertig jaar lang in de kantine stond, is de liefde voor Be Ready er bij Jurgen Bouwens met de paplepel ingegoten. En dus zit ook bij hem, het vrijwilligerswerk in zijn DNA. “Ik doe het voor de club!” ‘We horen thuis in die derde klasse’ Be Ready zit bij Bouwens in het bloed Al is dat misschien een klein beetje muggenziften, beseft ook de twintigjarige Verbeek. “De eerste periode is binnen, dat is een mooie prijs. En een groot compliment voor ons als team.” De tevredenheid viert dan ook hoogtij. “We raken steeds beter op elkaar ingespeeld. Met vlagen voetballen we goed, nu moeten we dat nog negentig minuten lang vol zien te houden. Eigenlijk stabiliseren.” En na een jaar waarin Be Ready van de derde klasse degradeerde naar de vierde, is dat nodig ook. “Het was, om eerlijk te zijn, niet lastig om de knop om te zetten na die degradatie. Tuurlijk was het een bittere pil, want we waren er uiteindelijk nog dichtbij. Ik denk dat er meer in had gezeten...” OP DE COUNTER Dat gebeurde niet, en dus is de club uit Hank sinds dit seizoen weer vierdeklasser. “Het voelde voor ons als een frisse start. Met nieuwe jongens, maar met de basis die is gebleven. Die mix heeft er wel voor gezorgd dat iedereen er weer veel zin in had.” En dat blijkt. “We wisten dat we kwalitatief goed genoeg waren om bovenin mee te doen, maar dan moet je het nog wel even laten zien.” In een competitie die toch behoorlijk anders is. “Je merkt vooral een verschil in tempo en ‘willen voetballen’. Veel teams zakken tegen ons in en loeren op de counter. Dat is soms best lastig. Wij zijn juist een voetballende ploeg.” Eentje waar Verbeek zelf sinds twee jaar deel van uitmaakt. “In de jeugd heb ik altijd bij TSC gespeeld. In mijn laatste jaar werden we zelfs kampioen in de derde divisie, dat was een mooie afsluiting.” Toch wilde de inwoner van Oosterhout dus wat anders. “Vooral minuten maken. Toen besloot ik rond te gaan kijken.” En via Angelo Ernst, werd dat dus Be Ready. “Hij was in de ‘B en A’ al mijn trainer. Ondertussen speel ik al zes jaar onder hem. Het klikt gewoon. Als mens en als voetballer. We geven allebei 110 procent, zijn eerlijk en zeggen wat we denken.” En ook de gesprekken met zijn nieuwe club, bevielen hem prima. In zijn tweede seizoen bij de senioren, is Verbeek dan ook helemaal op zijn plek. “Eigenlijk is die overstap mijn spel alleen maar ten goede gekomen. In de jeugd speel je vaak tegen technische jongens, terwijl ik het juist meer moet hebben van de duels, ruimte en inzicht. Wat dat betreft ligt het seniorenvoetbal mij beter.” KAMPIOEN Het aanpassen ging dan ook snel, toch blijft de jongeling kritisch. “Ik heb nog genoeg verbeterpunten. Meer rust aan de bal en in de omschakeling kiezen voor de juiste optie.” Maar ook qua volwassenheid, kan de ‘nummer zes’ nog wat stappen maken. “Vooral op mijn positie. Ik ben jong, dus wil heel graag. Mijn belangrijkste taak is het uitschakelen van de ‘tien’ en in de opbouw het spel versnellen of vertragen.” Naast het coachen én neerzetten van zijn teamgenoten, dus een belangrijke positie in het elftal. Helemaal als het net als vorig seizoen, qua resultaten even minder gaat. “Tot aan de winterstop, hadden we eigenlijk nauwelijks verloren. Maar wel iets van zeven keer gelijk. Door persoonlijke fouten, pakten we dan net niet de volle buit. Dan valt het kwartje steeds de verkeerde kant op.” Want, zo memoreert de linkspoot die ook centraal achterin uit de voeten kan. “We kregen heel vaak te horen dat we een leuke voetballende ploeg waren. Maarja, het ontbrak wel een beetje aan scorend vermogen.” Pech en jeugdigheid, denkt hij. “We horen gewoon thuis in die derde klasse!” Tijd om dat dit seizoen dus te laten zien. “Soms ontbreekt de concentratie en brengen we onszelf in de problemen. Ons positiespel is goed, nu moeten we vooral vanuit onze taak blijven spelen. Als een collectief, fel en scherp. Op sommige momenten, wordt er iets anders gevraagd.” Want het doel, dat is duidelijk: “Kampioen worden! Zo doorgaan, dan komt het goed.” Aan vertrouwen én ambitie, dus geen gebrek. “Als ik die stap hogerop ooit kan maken, heb ik daar zeker interesse in. Na dit jaar of later? Dat zien we dan wel. Ik denk dat ik er de kwaliteiten voor heb!” Wat hij dan precies doet voor die club? Een hele hoop! “Op mijn achttiende werd ik jeugdleider, daarna ging ik er even tussenuit en kwam ik weer terug. Tegenwoordig ben ik coordinator van de kantine, lid van de activiteitencommissie en scheidsrechter.” Dat eerste, is een veelomvattende functie, vertelt hij. “Als er niemand is, ga ik zelf achter de bar staan. Of mijn vrouw. Het is voor de vereniging heel belangrijk dat die kantine wel open is. Die inkomsten heb je nodig.” HELPEN En de 54-jarige Bouwens kan het weten. “Mijn vader is heel lang voorzitter en wedstrijdsecretaris geweest bij de club. Mijn moeder stond zelf veertig jaar lang in de kantine. Dus Be Ready zit wel echt in mijn bloed.” En dat begon in oktober 1976, de vrijwilliger weet het nog goed. “Toen werd ik zeven. Vervolgens heb ik tot mijn 29ste gevoetbald, daarna kreeg ik problemen. Last van mijn knie, rug en enkel. Het was verstandiger om te stoppen.” Aan hem ging een harde verdediger verloren, lacht hij. “Vanaf mijn zeventiende in het tweede. Vaak als linksback. Ik had een hekel aan kunstgras, maar gelukkig was dat er toen nog niet echt.” Ook buiten het veld, boekte Bouwens het nodige succes. “Het is een dorpsclub, dus het is heel gezellig om hier te zijn. In die tijd, heb je natuurlijk heel veel vrienden gemaakt. Dan is het leuk om af en toe een feestje te organiseren.” Of een wedstrijdje te fluiten. “Vooral om te helpen. Uiteindelijk doe je het voor de club.” En een klein beetje voor zijn eigen kinderen. “Die voetballen hier ook. Ik vind het natuurlijk ook gewoon heel leuk.” Dat laatste blijkt. “De activiteitencommissie was één grote vriendengroep. Samen dingen organiseren. Om geld binnen te halen én plezier te maken. Dat heb ik 25 jaar lang gedaan. Vorig seizoen ben ik daarmee gestopt. Het is nu opgepakt door een groepje jongelui.” Met het 100-jarig jubileum in 2027 alvast in het vooruitzicht. “Daar kijk ik nu al heel erg naar uit! Dat moet echt iets groots gaan worden, een hoogtepunt. En natuurlijk ben ik daarbij betrokken!” HARD NODIG Maar eerst nog even het heden. Want ook daar, heeft Bouwens het meer dan druk genoeg. “Ik ben drie of vier dagen per week op de club. Donderdagavond altijd en zondag heel de dag.” Of hij ook fanatiek supporter is bij het eerste? “Dan sta ik vaak in de kantine, dus dat is lastig!” Toch blijft hij dat voorlopig, gewoon nog lekker doen. “Als ik straks boven de 60 ben, ga ik wel wat minderen. Dan moet de jeugd het een beetje over gaan nemen. Voor nu, denk ik nog niet aan stoppen.” Want, zo redeneert de inwoner van Hank. “Het kost veel energie, maar ik krijg er ook veel energie van. Al is het hard werken.” En een deel van zijn leven. “Dat is het altijd al geweest. Met plezier gesport en vrienden leren kennen.” Stiekem, is het voor Bouwens eigenlijk nog veel meer dan dat. “Je bent voor een deel eigenaar van de club, zeg ik altijd. En zo voel ik dat ook nog steeds. Het is jouw club!” En die heeft hem, en andere vrijwilligers, keihard nodig. “Anders kun je niet blijven bestaan. Dat proberen we de jeugd nu ook wijs te maken, dat is een uitdaging.” Want met de vergrijzing in aantocht, zit er weinig anders op. “Geen keuze, ik moet nog even door!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=