9 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 0228381.indd 1 2-5-2019 ‘Aan stoppen moet ik nog niet denken’ Met een vader in het bestuur en een moeder achter de bar, is Jerry Bouman letterlijk en figuurlijk met NOAD’32 opgegroeid. En als je de club zelf dan ook altijd trouw blijft, word je dus uiteindelijk vanzelf voorzitter. Althans, zo ging het bij hem tenminste wel. “Het zit in mijn aard om te helpen en de boel draaiende te houden.” Dus toen Bouman (45) vanaf zijn 27ste ongeveer in aanraking kwam met het bestuur, begon het balletje eigenlijk al voorzichtig te rollen. “Eerst in de jeugdcommissie, daarna is het verder gegroeid richting het algemeen bestuur en later secretaris.” Tot ze hem na het afscheid van Anton de Waal, voor de eerste keer vroegen. “Op dat moment vond ik het nog te vroeg om voorzitter te worden.” Maar ruim vier jaar later, in 2015, volgde hij Paul Bartels dan toch op. “Ik ben opgegroeid met de vereniging, dan heb je er natuurlijk ook affiniteit mee. Sommige dingen doe ik dan het liefste zelf en ik kan moeilijk ‘nee’ zeggen.” MET DE BOOT Bij de club waar Bouman dus al even rondloopt. Of eigenlijk heel lang. “Op mijn vijfde begonnen, nooit meer weggegaan. Nog wel wat proeftrainingen bij RKC Waalwijk, toen ik elf of twaalf was, maar de vereniging altijd trouw gebleven.” Tot en met het eerste. “Gedebuteerd op mijn vijftiende, gestopt op mijn 32ste.” Bij het vlaggenschip dan. “Daarna een paar jaar in het tweede en tegenwoordig in het vierde.” En dat bevalt hem, maar al te goed. “Lekker ouwehoeren, veel lol voor en na de wedstrijd.” Een voetballende verdediger, in zijn goede oude tijd. “Ik moest het echt van mijn techniek en inzicht hebben, had een hekel aan lopen. En als je niet snel bent, moet je op tijd starten.” Dat deed Bouman, regelmatig met succes. “De hoogtepunten die je bijblijven, zijn natuurlijk wel de kampioenschappen. Met het eerste elftal liefst drie keer.” Toch was die ene keer met het vierde, misschien wel de allermooiste, herinnert hij zich. “Een jaartje of vijf, zes geleden. We speelden in Kerkwijk, zijn met een boot teruggevaren en werden daar door heel veel NOAD’32-leden onthaald. Die hele entourage was prachtig!” Het zegt alles over de club, vindt Bouman. “Mensen die hier voor het eerst komen, worden echt opgenomen in een warm bad. Als je nu ook spelers van vroeger tegenkomt, die komen met liefde en plezier terug.” Een mooie taak voor hem als voorzitter, om dat zo te houden. “We gaan binnenkort starten met een klankbordgroep. Dat zijn gesprekken met onze eigen leden, om te peilen hoe ze tegen onze vereniging aankijken.” En verder? “Is het zorgen dat we met de rest van het bestuur de boel draaiende houden. Voldoende vrijwilligers, maar ook de accommodatie op orde hebben. Op dit moment zijn we druk bezig met het verbouwen van de toiletgroep in de kantine.” ACHTERTUIN Maar natuurlijk ook, investeren in de jeugd. “We willen het bij de senioren graag met eigen jongens doen. Dus moeten we ook daarin groeien. Dit seizoen heeft ons eerste elftal het met een vierde plaats goed gedaan, toch willen we graag ruiken aan die derde klasse.” Ook daaromheen, gaat het NOAD’32 voor de wind. “Het vrijwilligerskader is in orde en ook financieel, hebben we voldoende vlees op de botten.” Geeft Bouman de tijd, om ondertussen ook nog een jeugdteam te begeleiden. “Mijn zoon Daan nam ik vanaf dat hij kon lopen, iedere zaterdag mee. Toen ging hij zelf op voetbal en ik was er toch al bij, hebben ze me meteen maar leider gemaakt.” Inmiddels bij de JO9. Het maakt hem een trotse vader. “Je zoon zien voetballen, dat is het mooiste wat er is. Maar vooral het plezier wat die jonge gastjes onderling hebben.” En dat moet natuurlijk, vooral zo blijven. “Of de vereniging nog veel gaat groeien, is moeilijk in te schatten.” Is dat een gevaar voor de toekomst? “Ooit, op de lange termijn, zal er wel weer eens een fusiegesprek gaan komen met Net vader geworden van een dochtertje, kan Ruben de Waal zijn geluk eigenlijk niet op. Wellicht had alleen een plek in de nacompetitie met NOAD’32 zijn roze wolk misschien nog net iets meer doen zweven. Al is die extra vrije tijd, nu natuurlijk juist wel lekker. “Ze is precies op tijd geboren!” Ruben de Waal zit op een roze wolk En of ze nou later, net zo fanatiek gaat voetballen als haar papa, één ding is in ieder geval zeker: “Ik ga haar nu alvast lid maken”, lacht De Waal (29). Die ondanks wat gebroken nachten, niet mag klagen. “Tot nu toe slaapt ze best wel goed door, dus het valt mee.” Gelukkig voor hem, zit het voetbalseizoen er wat dat betreft net op. Al had dat niet veel gescheeld. “Eén team is uit de competitie gestapt, anders hadden we die periode wel gehaald.” Precies wat ze bij vierdeklasser NOAD’32 vooraf toch wel een beetje hadden bedacht. “Het kampioenschap hadden we niet verwacht, maar we hoopten mee te doen voor een toetje. In dit geval de nacompetitie.” SMALLE GROEP Al was het lastig om precies te voorspellen wat ze konden verwachten, vertelt De Waal. “In een onbekende competitie, van sommige ploegen had ik nog nooit gehoord. We kwamen op plekken waar we nog nooit zijn geweest.” Of dat beviel? “Niet helemaal. Ik denk, dat ik dan wel voor de hele groep spreek. We spelen liever lekker gewoon hier in de buurt.” Toch, ondanks de soms verre reizen, vielen de resultaten dus positief mee. “Ik vind dat we wel een periode hadden moeten of kunnen hebben, maar we hebben het in één week weggeven. Dat was een teleurstelling, al hoort dat ook een beetje bij het hebben van een smalle groep. Op een dorpsclub.” Drie keer op voorsprong komen én toch niet winnen of een zeker lijkende zege bij 0-3 toch nog uit handen geven. NOAD’32 beleefde het dit seizoen allemaal. “Is dat pech? Ik weet het niet. Zulke dingen gebeurden gewoon bij ons. Qua inzet en strijd zat het vaak wel goed, al hebben we het misschien op sommige momenten af laten weten.” Vanwege de vaak ‘onbekende’ tegenstanders een iets lastiger gevoel om op te roepen, toch is dat niet het belangrijkste verbeterpunt. “De selectie was niet altijd breed genoeg. Nu komen er gelukkig veel jongens door van de JO19.” Een goede zaak, vindt hij. “Soms stonden we, vanwege blessures, met tien man op de training. Straks kun je op dinsdag en donderdag in ieder geval normaal trainen. Dat betaalt zich dan vanzelf uit.” WARMTE Zeker op de lange termijn. “De jeugd wordt nu bij ons in de kelderklasse ‘gegooid’, dat is fysiek best even schakelen. Maar ik weet zeker, dat we straks weer een mooie ploeg hebben en echt voor die periode kunnen gaan.” Met De Waal, er gewoon weer bij. “Tot de B-junioren bij GDC gespeeld, daarna is mijn moeder in Wijk en Aalburg gaan wonen en kwam ik bij jongens van NOAD’32 in de klas. Ik ging een aantal keer mee naar de kantine en was meteen verkocht door de warmte.” En dat is hij, na tien seizoenen in het eerste, dus nog steeds. “Het zijn inmiddels natuurlijk allemaal vrienden geworden, iedereen kent elkaar.” Zelfs zo goed, dat De Waal één van zijn teamgenoten vroeger nog training heeft gegeven.” Joël Strijbis kwam er vanuit de JO19 bij, die heb ik een jaar of acht geleden, hier nog in de E2 gehad. Dan is het natuurlijk wel grappig om nu samen te spelen.” Met hem als rechtsback. “Ik ben ooit, met mijn chocoladebeen, begonnen als linksback. De laatste jaren sta ik op rechts. Naar voor, weer terug en vol de strijd aangaan.” Nog altijd stiekem ziek van een nederlaag, weet De Waal precies waar zijn kwaliteiten liggen. “Er zijn zat jongens die beter kunnen voetballen, dus die probeer ik de bal te geven.” Zolang, als dat ze hem nodig hebben. “Af en toe moet je dat even peilen, haha!” Voorlopig is dat het geval en dus gaat de routinier nog lekker even door. “Tot mijn 34ste moet kunnen. Ergens anders zie ik niet meer gebeuren, ik voel me nu een jongen van de club!” Wilhelmina’26. Maar voorlopig is dat nog niet aan de orde.” Dus blijft de inwoner van Wijk en Aalburg, die bijna letterlijk in de achtertuin van het voetbalveld woont (“Als ik een bal heel hard schiet, kan ik het sportpark misschien halen.”) nog wel even in al zijn rollen actief. “In 2032 vieren we ons 100-jarig bestaan, misschien is dat een mooi moment om te stoppen. Al moet ik er eigenlijk nog niet aan denken!”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=