26 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Trouw, fanatiek én kritisch Het begon ooit met het organiseren van busvervoer naar uitwedstrijden van het eerste, maar is mede onder leiding van Kees Ottevanger uitgegroeid tot iets groters. Want de supportersvereniging van Kozakken Boys is inmiddels veel meer dan dat. “Belangrijk om mensen te binden aan de club.” En daar zit over het algemeen, best wel veel tijd in, vertelt de voorzitter. “Ik ben begonnen als bestuurslid, na een half jaartje heb ik in 2017 het stokje overgenomen. Daar geven ze dan een mooie titel aan, hè? Maar we doen het gewoon met een man of zes hoor.” Begonnen dus, met het regelen van de bus voor uitwedstrijden. “Dat was de basis én doen we ook nog steeds.” Want, zo belooft Ottevanger (51). “Het is echt hartstikke leuk, gewoon een gezellig uitje. Bétje ouwehoeren, biertje en een hapje erbij. Al willen we natuurlijk wel winnen!” EXTRA OMZET Na verloop van tijd, zijn daar dus de nodige zaken bijgekomen. “Vooral gewoon leuke dingen organiseren, bijvoorbeeld rond het jubileum.” Maar er is meer. “Naast de ‘Speler van het Jaar’, ook een darttoernooi, voetbalquiz, après-ski of zeskamp.” De reden is eigenlijk heel simpel. “Allemaal gericht om mensen binnen de vereniging te binden.” Met inmiddels om en nabij de 500 betalende leden, lukt dat voorlopig best aardig. “Het is vooral heel leuk werk, je krijgt er ontzettend veel voor terug.” En steunt indirect te club. “Tijdens thuiswedstrijden doen we verlotingen, net als met kerst. We verkopen zelfs merchandise en spullen voor school. Dat is toch extra omzet voor de vereniging, op die manier zijn we ook ondersteunend.” Al halen ze er natuurlijk ook zelf, heel veel plezier uit. “De derde helft, met allerlei soorten artiesten, regelen we ook!” Extra fijn, als er in de eerste en tweede helft, dan ook gewonnen wordt. “Over het algemeen is de supporter van Kozakken Boys trouw, fanatiek, meelevend en kritisch. Dat steken we ook niet onder stoelen of banken. Maar als we er allemaal achter moeten gaan staan, zoals vorig seizoen met de nacompetitie, dan doen we dat ook!” Hem incluis. “Ik wil graag winnen, kan niet goed tegen mijn verlies. Als we een belangrijk potje verliezen, kan ik daar echt van balen.” DE KUIP Heel gek is die clubliefde ook niet. “Vanaf mijn zesde kom ik bij Kozakken Boys. Mijn vader stond negentien jaar bij het eerste op doel, dan wordt het met de paplepel ingegoten.” Zelf haalde hij dat vlaggenschip niet. “Vooral in het tweede of derde én twee jaar bij Altena.” Later ook nog als elftalleider of jeugdtrainer, dus met zijn eigen binding, zit het wel goed. “Dat gaat er ook nooit meer uit. Daar ben je mee opgegroeid, je kent iedereen. Het is gewoon heel het sociale gebeuren.” En natuurlijk het gezamenlijke succes. “Als jong ventje heb ik heel wat wedstrijden bij mijn vader gekeken. Een beslissingswedstrijd in Huizen bijvoorbeeld, tegen VVOG. Dat herinner ik me nog goed.” Net als de promotie naar de topklasse, of de duels met Spakenburg, Katwijk, Lienden en GVVV. “We hebben regelmatig om titels of promoties gespeeld, maar Kozakken Boys is een soort Schalke 04. Te vaak net niet.” Toch ging het vaak genoeg, ook wel goed natuurlijk. “Drie afdelingstitels begin jaren ‘90, in vier jaar tijd. En het Algeheel Nederlands Kampioenschap bij de zaterdagamateurs, in 2015.” Iets recenter, is de bekerstunt van dit seizoen, tegen Vitesse. “Dat was ook top natuurlijk!” En dus blijft Ottevanger dromen, al fietsend naar ‘zijn club’. “Tuurlijk wil je altijd nog een keer kampioen worden. Maar weet je wat mij nou echt mooi lijkt? Voor de beker naar De Kuip. Dat spreekt toch wel tot de verbeelding. En dan ben ik zelf meer voor PSV...” Die ploeg troffen ze, net als Ajax, op eigen veld al eens. En dus mikt de voorzitter van de supportersvereniging nu alvast op iets groters. “Als we naar Rotterdam mogen, dan gaan er genoeg bussen mee hoor.” Niet zonder de inzet van al die vrijwilligers. “Er zijn heel veel mensen die allerlei werkzaamheden verrichten voor de club. We doen het echt met z’n allen, dat verdient een dikke pluim!” Want het is eigenlijk precies, zoals het voor Schaap ook ooit begon. “Ik weet niet beter, dan dat ik overal liep met een bal in mijn handen. Heel de dag op het veld. En ‘s avonds ook.” Dan is één plus één, ook in zijn geval weer twee. “Daar rol je in. Het is ook gewoon echt leuk om te doen. Helemaal met al die fijne mensen om je heen.” PAPLEPEL Mensen die Schaap (31) inmiddels, na ruim 25 jaar bij de club, toch vrij aardig kent. “Ik ben toch wel een echte clubman. Vertrekken? Dat is echt uit den boze!” En dus speelt de Woudrichemmer al een seizoen of zestien in het eerste, maar is hij vooral ook trainer bij de kabouters. Op zaterdagochtend, van half tien tot kwart over tien. “Het begon drie jaar geleden met mijn eigen zoon, die werd drie en wilde voetballen. Ze zochten een trainer, toen had ik al heel snel zoiets van: ik doe mee!” En echt niet alleen voor Muck en Tommy, zoals zijn eigen zoontjes heten. “Al die kinderen komen én gaan met een lach. Is het al klaar trainer, vragen ze dan. Daarna komen ze ons altijd bedanken.” Toch blijft het trainen van je eigen kind, ook voor hem iets bijzonders. “Je bent misschien iets strenger voor ze, je hebt toch een voorbeeldfunctie. Het is fantastisch om ze tegen een bal te zien schieten, alsof je jezelf van vroeger bezig ziet...” Hoe kon het ook anders? “Haha! Ik ben zelf vroeger met voetbal opgegroeid, die twee gaan nu natuurlijk ook altijd mee. Lopen constant met een bal, dat wordt er met een paplepel ingegoten. Wat dat betreft, gaat dat weer een generatie door.” Eén ding is in ieder geval duidelijk, het plezier spat er bij de zestien jonge voetballertjes van af. “We beginnen altijd met de voetbaldans, een soort warming-up. Daarna is het vaak iets met schieten, gooien of passen. En natuurlijk partij.” Al blijft het eindspel, favoriet. “Ezeltje tik!” HERSTELLENDE Het is ook voor Schaap zelf, prettige afleiding, in een verder moeilijk jaar. Niet alleen vanwege de degradatie van het eerste. “Vorig seizoen heb ik voor de tweede keer mijn kruisband afgescheurd, dus ik ben nu herstellende. Het is de bedoeling dat ik in september weer helemaal terug ben.” Terug na opnieuw dus een zware blessure. “Ik weet het moment nog heel goed. Er waren weinig tegenstanders in de buurt, maar ik heb nog nooit zoveel pijn gehad. Ik ging zelfs ‘out’. Dat ging echt door merg en been.” Aan stoppen, denkt de routinier echter nog lang niet. “Als mijn lichaam zegt door, dan gaan we door. Die knie moet weer goed functioneren, dan hoop ik nog een paar jaar in het eerste te spelen. Er is niks mooiers dan voor je eigen dorpje strijden.” Ook al is dat in de derde klasse. “Het is even wennen, maar voor mij gaat het vooral om samen plezier maken op die zaterdagmiddag. Dan maakt het niveau niet uit. Al wil je natuurlijk wel altijd winnen!” En mocht het fysiek onverhoopt toch niet lukken, dan weet Schaap al wat hij gaat doen. “Lekker die mannen trainen.” Met Muck en Tommy, staan zijn opvolgers in ieder geval alvast klaar. “Ze mogen zelf weten wat ze gaan doen, maar ik denk toch wel dat het voetballen wordt. Samen in het eerste? Dat zou heel mooi zijn!” ‘Het is net alsof je jezelf bezig ziet’ De jeugd heeft de toekomst. Ook bij Woudrichem. En dus staat Wilty Schaap, samen met Ewout Secreve en Gerard Swart, iedere zaterdagochtend in alle vroegte op het veld. Om zijn kinderen en daarmee ook de rest van de kabouters training te geven. “Het is net alsof je jezelf van vroeger bezig ziet.” Fysiotherapie Andel Bewegen is onze kwaliteit Bij Fysiotherapie Andel werken we als een hecht team samen aan de gezondheid van onze cliënten. We hebben allemaal onze eigen specialisatie, zodat we door samen te werken iedereen gerichte en passende zorg kunnen bieden. Sportfysiotherapie is de meest voor de hand liggende specialisatie die wij in huis hebben. Dit is fysiotherapie bij sportblessures en andere lichamelijke klachten die invloed kunnen hebben op het sporten. Iedereen kent het ook wel: een blessure oplopen tijdens een training of wedstrijd en dan twijfelen om daar hulp bij te zoeken, of niet goed weten welke hulp het best is. Het gevolg is dan vaak dat langer dan nodig niet of niet goed gesport kan worden. Het meest lastig om zelf te beoordelen, zijn de klachten die langzaam ontstaan en steeds erger worden. Door de enkel gaan is bijvoorbeeld heel duidelijk, maar langzaam erger wordende pijn en stijfheid aan de enkel al veel minder. Hoe een blessure ook ontstaat of ontwikkelt, het is altijd verstandig om al vroeg langs te komen om in ieder geval advies te krijgen hoe het best met de klachten is om te gaan. Veel problemen bij het sporten zijn namelijk goed zelf op te lossen, als maar bekend is hóe dat kan. Gelukkig is het tegenwoordig niet nodig om eerst langs de huisarts te gaan, een afspraak kan gewoon direct bij ons gemaakt worden. Het kan zijn dat meer nodig is dan alleen een goed advies. In dat geval gaat het bij Sportfysiotherapie al snel om een gericht, persoonlijk trainings- of revalidatieprogramma om beter te herstellen van een blessure, een blessure te voorkomen of gewoon beter te worden in de sport. Een sportfysiotherapeut probeert hierbij het gat tussen ‘gewone’ therapie en trainen op het veld zo klein mogelijk te maken en vooral iemand zo snel mogelijk weer mee te kunnen laten doen. Goed overleg met bijvoorbeeld trainers en coaches kan dan ook helpen om een trainingsprogramma helemaal goed te laten werken, zonder dat het normale sporten daar onder te lijden heeft. Hier komt ook binnen de praktijk het goede overleg naar voren. Om iemand zo snel mogelijk weer aan het sporten te krijgen, kan het nodig zijn om samen te werken met bijvoorbeeld onze manueel therapeuten of kinderfysiotherapeuten. Blokkades van gewrichten kunnen bijvoorbeeld vaak sneller gevonden en verholpen worden door een manueel therapeut dan door andere specialisten. Kinderfysiotherapie kijkt dan weer meer naar blessures die voornamelijk, soms zelfs alleen maar, bij (kleine) kinderen en tieners voorkomen. Een belangrijke factor voor deze klachten is het groeien, wat samen met de sportbelasting voor specifieke klachten en blessures kan zorgen. Vaak wordt dan gekozen voor ‘rust’, ‘minder doen’, zelfs ‘stoppen met de sport’. Zeker deze laatste optie is vaak niet nodig, als maar goed meegekeken wordt hoe zoveel mogelijk wél kan.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=