VoetbalJournaal Altena, voorjaar 2023

R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 0228381.indd 1 2-5-2019 23 De jeugd van Altena heeft weer structuur Het jeugdvoetbal was de afgelopen twee jaar bij Altena een rommeltje. Tenminste, dat vond onder meer Peter Akkermans. En dus wierp hij zich in september als lid van de technische commissie op, om daar iets aan te doen. “Er moest vooral meer structuur komen.” En dat is ondertussen, naar eigen zeggen, al aardig gelukt. Ook in de samenwerking met Almkerk. “We hebben echt stappen gemaakt, de afgelopen maanden. Het was even lastig, maar er is nu al veel meer communicatie onderling.” Dat niet alleen. “We zagen dat veel jongens stopten, als ze naar de senioren moesten. Inherent aan de leeftijd en misschien niet te voorkomen, toch kunnen we wel de betrokkenheid vergroten. Bijvoorbeeld door ze al eerder stage te laten lopen.” Daar is voor hem, als vertegenwoordiger van de jeugd in de technische commissie, dus een mooie taak weggelegd. Bij een club, die Akkermans (53) inmiddels meer dan aardig kent. “Ik loop nu een jaar of tien, twaalf bij Altena rond. Maar heb er zelf nooit gevoetbald.” KORTE LIJNTJES “Oorspronkelijk kom ik uit Geertruidenberg en al vrij jong, heb ik mij op een carrière als scheidsrechter gestort.” Met succes. “Onder meer twee jaar lang betaald voetbal gefloten. Met die hobby gestopt, toen ik kinderen kreeg.” En juist daardoor betrokken geraakt bij Altena. “De jeugd getraind en coördinator geweest.” Precies waar hij zich nu, dus ook voor inzet. “We willen graag de relatie tussen de jeugd én de senioren versterken. Dit seizoen maken vijf jongens de overstap van JO19 naar de selectie, dat aantal is vrij hoog.” Maar dat is niet het enige, wat ze bij Altena proberen te stimuleren. “Aandacht voor het opleiden van de trainers en meer betrokkenheid van vrijwilligers.” Die structuur staat. “Per leeftijdscategorie (pupillen, onderbouw, junioren en meiden) hebben we twee coördinatoren. Die regelen de dingen binnen hun leeftijdsgroep.” Zoals? “Aandacht voor en het doorstromen van talenten, de trainers of bepaalde problemen. Heel korte lijntjes, eens in de zoveel tijd zitten we samen. Dat soort vrijwilligers, hebben we keihard nodig.” Want, zo vertelt hij. “Ik kan er niet zo goed tegen, als het niet lekker loopt. Het was hier een beetje van de hak op de tak, zo leek het. Daar houd ik niet van.” Daar is in ieder geval verandering in gebracht. “We proberen na te denken over het ontwikkelingstraject van een speler. En het beste in iedereen naar boven te halen, ook op de sociale aspecten. Dan komt kwaliteit bovendrijven.” Misschien wel het mooiste van zijn werk. “Het is natuurlijk leuk om jeugd te zien ontwikkelen en te volgen wat voor voetballers het worden.” RELATIE OPBOUWEN Uiteindelijk met als doel, de selectie, aldus Akkermans. “Anders loopt de bovenkant leeg, je hebt doorstroming nodig. Van de jongere jeugd, naar boven toe. We willen het graag met eigen jongens doen, lokale talenten.” Daar hebben ze tot nu toe, een goede stap in gemaakt, vindt hij. “Laten zien dat ze een kans krijgen, als ze het goed doen. Door ze te betrekken en ook echt mee te laten lopen.” Ook zodat ze bij Altena, meer zicht hebben op ieders kwaliteiten. “Vooral om jongens te behouden. Dat kan net zo goed in een lager team zijn, waar ze dan misschien beter in passen. Ook dan moet je ze al mee laten trainen met een seniorenteam, om een relatie op te bouwen. Juist dan blijven ze.” Want, zo is Akkermans van mening: “De sportieve prestatie is belangrijk en we willen zo goed mogelijk voetballen, maar het moet vooral ook een gezellige vereniging zijn. Zonder de balans tussen kwaliteit en het sociale uit het oog te verliezen.” De basis staat, tijd om verder te borduren. “We willen ouders meer betrokken krijgen, omdat we het toch echt samen moeten doen.” Bijvoorbeeld door een extra bétje waardering. “Trainers die allemaal in dezelfde kleding lopen. Ze moeten trots zijn, om met hun team op pad te gaan en de club te vertegenwoordigen.” Aan het enthousiasme van de inwoner van Nieuwendijk, zal het in ieder geval niet liggen. “De jeugd wordt weer gehoord in de ‘TC’. We zijn onderweg, maar eigenlijk nog maar net begonnen.” Een zware blessure, een lastig seizoen en degradatie naar de derde klasse. Het zijn stuk voor stuk dingen om als Jarno Kraaij zijnde behoorlijk chagrijnig van te worden. Toch probeert de centrale verdediger van tweedeklasser Altena positief te blijven. “Over voetbal praten, is altijd leuk!” ‘De derde klasse is beter voor ons’ Zelfs na een competitie met slechts twee overwinningen en elf behaalde punten, zo blijkt dus. “We hebben wel een gezellige groep, met veel eigen jongens. Dat houdt het dan nog leuk.” Toch ligt daar volgens de 27-jarige Kraaij dan ook meteen wel een beetje het probleem. “De gemiddelde leeftijd is denk ik iets van 21. Die gasten moeten ineens ‘volwassen’ zijn.” Als één van de oudere spelers binnen de groep, herkende hij al snel het probleem. “Voor het eerst bij het eerste of überhaupt in het seniorenvoetbal, het moesten echt nog mannen worden.” Want na het bekende verhaal van afgelopen zomer, Altena moest afscheid nemen van een twaalftal spelers, liep het allemaal maar moeizaam. “We kregen natuurlijk een nieuwe trainer (Richard den Ouden), maar dat boterde niet. Hij verkeek zich op het niveau in de groep, dat viel hem tegen.” VRIESPUNT De nieuwe trainer werd al snel weer de oude trainer en rond de winter opgevolgd door Marinus van der Pijl. “Toen werden we meer een team, dat was wel het belangrijkste. Om het met z’n allen te doen. Daarna kregen we ook voetbal in de ploeg.” Maar de vraag is, of dat niet wat te laat was. “In de winterstop stonden we op twee punten, dan weet je dat het lastig wordt...” Al wist Kraaij dat eigenlijk al eerder, is hij eerlijk. “Drie jongens stopten ineens tijdens de voorbereiding. Dan word je nog meer afhankelijk van de JO19.” En ook hijzelf, moest de eerste seizoenshelft vanaf de zijlijn toekijken. “Vorig jaar juni, brak ik op een vriendschappelijk toernooitje mijn enkel en kuitbeen. Pas in oktober of november, kon ik weer meetrainen.” Proberen het tij te keren, deed de inwoner van Woudrichem natuurlijk wel, maar het schip was eigenlijk al grotendeels gezonken. “Het zat er op een gegeven moment wel een beetje in, dan is het misschien ook wat makkelijker te accepteren.” Helemaal, gezien de positieve ‘vibe’ op de club. “Veel Nieuwendijkse jongens in het eerste, strijd en soms ook goed voetbal.” Toch ging het met de sfeer binnen het team, een tijdje wat minder. “Tijdens de winterstop zat die wel rond het vriespunt. Toen was het fijn dat we even geen voetbal hadden, even wat anders.” Een weekendje weg deed, zoals wel vaker, wonderen. “Daarna ging het beter en begonnen we ook punten te pakken.” Het werden er negen, maar zo vertelt Kraaij. “Dat hadden er zeker achttien moeten zijn. Wedstrijden over de streep trekken, was een probleem. En daarnaast, hadden we moeite met scoren.” GEEN SPIJT Toch is hij, na zijn terugkeer dit seizoen, blij om terug te zijn. “Vrienden riepen het al langer. En om eerlijk te zijn, heb ik er geen seconde spijt van.” Heel gek is dat gezien zijn verleden, ook niet. “Ik was vijf, toen ik hier begon. Het is en blijft toch mijn club.” Ook na omzwervingen bij onder meer BZC’14 en Wilhelmina’26. “Niks is zo leuk, als met vrienden op je eigen dorp voetballen.” In een voor hem inmiddels soort vriendenteam. “Het is natuurlijke echt ons kent ons. Alles is goed geregeld, dus ondanks de resultaten, heb ik het prima naar mijn zin gehad.” Resultaten die, als het goed is, volgend seizoen een stuk rooskleuriger moeten zijn. “De derde klasse is zeker beter voor ons. Lekker veel derby’s, weer tegen Woudrichem en tijd voor die gasten om verder te leren.” Want, zo merkte Kraaij. “Het is wel even een verschil tussen de jeugd en de senioren. Hier liggen ze na een beuk ineens zelf over de zijlijn.” Die ervaring, in combinatie met een aantal versterkingen, geeft de burger moed. “Ze noemden mij nu soms opa, dus gelukkig komt er straks wat leeftijd bij. Als we dan niet in die top drie eindigen, gaat er wat mis.” Hopen op een zo snel mogelijke terugkeer naar die tweede klasse dus, met hem centraal in de verdediging. “Iemand die werkt voor elke meter, de boel aanstuurt en veel coacht. Mijn mond staat eigenlijk nooit stil. En soms, is het ‘tot hier en niet verder’. Dat hoort er ook bij.” Gedebuteerd op het middenveld en later minuten gemaakt als spits, staat Kraaij nu dus achterin zijn mannetje. En dat blijft hij gewoon lekker bij Altena doen. “Ik ga hier niet meer weg, dat heb ik mezelf voorgenomen!” Foto: Rinus van Noorloos

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=