VoetbalJournaal Westland, voorjaar 2020

17 Dat hij van alle markten thuis is, blijkt in één van de twee verzorgingsruimten die SC Monster rijk is. De muur hangt vol met foto’s van de eerste selectie van de club. “Die foto’s heb ik gemaakt”, zegt Frans de Jong (64). “Kijk, daar hangt de foto van vorig seizoen en daar van dit seizoen. En zelf sta ik er nog op.” Zijn debuut in de vierde klasse van het standaardvoetbal zal niet lang meer op zich laten wachten. Rogelio van Driel (19) staat te trappelen om als scheidsrechter de competitieladder te beklimmen. “Ik zou het wel heel tof vinden om op een hoog niveau te fluiten. Ik leg mezelf echter geen druk op. Ik doe het stapje voor stapje.” “Een heel gedoe om iedereen goed op de foto te krij- gen en kijkend in de camera.” Dat gedoe kan je wel aan hem overlaten. “Fotografie is mijn tweede hobby. Het liefst trek ik de natuur in. Dan maak ik pla- tjes van beestjes en bloemetjes. Straks als het voetbalseizoen op zijn gat ligt, ga ik dat weer meer doen.” Nu gaat een groot deel van zijn tijd op aan Monster. Hij is sinds 2005 verzorger op sportpark Polanen. “Eerst van RKSVM, want daar speeldenmijn zonen Sven en Niels. Zelf ben ik helemaal geen voetbalman. Toen de jongens nog niet geboren waren deed ik veel jeugdwerk bij de scouting in Poeldijk. Bij RKSVM ben ik stilaan steeds wat meer gaan doen. Ik ben een tijdje wedstrijdsecretaris van de F en E-pupillen geweest en was op zaterdag op de club als EHBO’er. Dat doe ik in feite nog steeds, want als er iemand iets mankeert komen ze naar mij toe in mijn hok. Ik ben er iedere zater- dag vanaf tien uur. Soms gaat het om een bloedneus, maar zeker voor die kinderen is het fijn dat er iemand is.” RKSVM vroeg hem verzorger te worden. “Op mijn werk was ik ook altijd EHBO’er. Dat verzorgen leek me wel wat. Ik ben de cursus gaan doen. Ik heb één seizoen het tweede gedaan, toen vroegen ze me voor het eerste omdat de ver- zorger daar stopte. Toen de fusie kwam, stopte de vaste verzorger van VV Monster, Bianca Geerts- ma. Ik ben verzorger geworden van de fusieclub.” Frans de Jong houdt geheimen geheim bij Monster Enthousiasme Rogelio van Driel is grenzeloos Bij Monster zijn ze trots op de jonge Van Driel. Anders- om is de jonge stu- dent ook trots op zijn club. “Ik fluit ook nog regelmatig op zaterdag wedstrijden bij Monster. A) omdat ik het leuk vind om te doen, maar B) ook ommijn dankbaarheid te tonen. De club heeft mij deze kans gebo- den en altijd gestimuleerd om door te gaan.” Voetballen zelf doet hij niet meer. “Daar ben ik op mijn zeventiende mee gestopt. Laten we zeggen dat er aan mij geen groot talent verlo- ren is gegaan”, lacht hij. “Ik had altijd wel lol en deed het graag, maar daar bleef het ook bij. Mijn enthousiasme was groter dan mijn talent, haha.” “Ik heb het voetballen een tijdje ge- combineerd met het fluiten, maar dat was in praktijk gewoon erg las- tig. Het was rennen en vliegen. Het sluit niet zo goed aan zeker als je wat ouder wordt.” Van Driel was nog geen veertien jaar toen hij al zijn eerste wedstrij- den floot bij Monster. “Ik ben be- gonnen met de F-jes en E-tjes. Dat ging wel goed en automatisch ga je dan wat hoger fluiten. Het ging me altijd wel goed af en het belang- rijkste: ik had er veel schik in.” Dat plezier bleef ook toen hij senioren- wedstrijden ging fluiten. “Iedereen weet dat lagere senioren niet het makkelijkste is. Het commentaar is niet van de lucht. Ze proberen je op allerlei manieren te bespelen, zeker als ze zien dat er een jong broekie in het veld staat. Ik kan me daar goed voor afsluiten, ben redelijk stoïcijns. Ik maak bij zulke wedstrijden altijd duidelijk dat ik niet gediend ben van commentaar. Die boodschap wordt vaak begrepen, soms heb je er een- tje bij die toch zijn gelijk wil halen. Als spelers een grens overgaan, trek ik kaarten. Eerst geel en als het door- gaat, rood. We moeten wel normaal blijven doen.” Hij fluit zaterdag bij Monster, zon- dag is hij voor de KNVB op pad. Het openbaar vervoer heeft een goede aan hem. “Ik heb nog geen rijbewijs. De KNVB houdt daar niet echt reke- ning mee. Soms heb ik al een hele reis achter de rug voordat ik op de plaats van bestemming arriveer. Ik vind dat wel leuk. Ik zie veel van de omgeving. Het is ook ontspanning” Zijn eerste wedstrijd voor de KNVB kan hij zich nog goed herinneren. “RKDEO 3-Oliveo 3. Een streekderby, Nootdorp tegen Pijnacker. Het was pittig, maar ik stond mijn mannetje.” Van Driel is sowieso een toonbeeld van rust. Hij is niet snel gek te ma- ken. “Je moet wel iemand zijn die sterk in zijn schoenen staat en die zijn eigen beslissing durft te nemen. Spelers en trainers proberen je altijd te beïnvloeden. Ach, ik heb ook wel eens wedstrijden in Den Haag gehad waar de spelers elkaar echt naar het leven stonden. Soms denk ik dan wel: wat bezielt je om zo te doen. Of als iemand helemaal door de lint gaat vanwege een beslissing.” Hij wacht met smart op zijn debuut in de vierde klasse-zondag. “Ik heb al twee keer op het programma ge- staan. FC Dordrecht-amateurs en ODS-Madestein. Maar beide keren werd de wedstrijd afgelast. Ik ben er klaar voor. De belangen bij eerste teams zijn groter, voor mij is daar- mee de uitdaging ook groter.” Bij de totstandkoming van die fu- sie speelde hij ook nog een rol. “Ik heb in een geheime commissie gezeten die de boel moest verken- nen”, openbaart hij. “Zelf vond ik het heel logisch dat de twee clubs zouden fuseren. Dat kwam mis- schien ook omdat ik er met andere ogen naar keek. Sentiment is mij vreemd. Ik zag twee clubs in het- zelfde gebouw.” En toen de beide Monsterse clubs elkaar hadden gevonden, liet De Jong zich ook niet onbetuigd toen een nieuw shirt gekozen moest worden. “Dat was best lastig. Een combinatie van de oude clubkleu- ren leidde tot een soort carnavals- kostuum. Dat was niks. Ik heb toen aangegeven dat ik de kleuren van Aston Villa wel aardig vond. Daar zijn ze mee aan de slag gegaan met het huidig shirt met paars en blauw tot gevolg. Ik vind het mooi. Het is een geheel eigen stijl en geen gekunsteld shirt.” Als verzorger is hij praktisch iede- re dag te vinden in één van de twee verzorgingsruimten. “Op dinsdag en donderdag traint de selectie, op maandag en woensdag ben ik er vaak een uurtje. Alle leden kun- nen dan langskomen, maar wel op afspraak. Het grote voordeel is dat Kristen Verdel hier haar fysiothe- rapiepraktijk heeft. Doorverwijzen is heel makkelijk.” Als verzorger is hij ook een vertrouwensman. Als spelers op zijn tafel liggen, hoort hij wel eens dingen die niet voor andermans oren zijn bestemd. “Mijn motto is: wat gezegd wordt in mijn hok, blijft in mijn hok.” Hij leeft mee met de prestaties, maar tot een bepaalde hoogte. “Ik lig niet wakker van een nederlaag ofzo. Ik probeer altijd wel afstand te hou- den. Ik ben er om die jongens goed te verzorgen en te wijzen op risico’s met blessures. Wat er op het veld gebeurt is van de spelers en de trai- ner. Neemt niet weg dat ik het altijd hartstikke leuk vind om onderdeel te zijn van het team, zoals ikme ook prima vermaak op trainingskamp.” 0240726.pdf 1 10-3-2020 16:10:03

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=